Veelgestelde vragen
Heb je een vraag? Bekijk onderstaande veelgestelde vragen en kijk of je je antwoord kunt vinden.
Als ik STAP-budget aanvraag in het tijdvak dat start op 28 februari, wat is dan de eerste datum dat ik een opleiding kan gaan volgen?
De eerstvolgende datum dat uw opleiding kan starten ligt 4 weken na de aanvraagdatum. Als het STAP-budget is aangevraagd op 28 februari, dan kan uw opleiding op z’n vroegst beginnen op 28 maart. Opleidingen die voor deze datum starten, kunnen helaas niet met STAP worden gefinancierd.
Wat moet ik doen als mijn opleiding een startdatum heeft die alleen aansluit op de aanvraagdatum van 2 januari 2023?
U kunt de startdatum in overleg met de opleider misschien uitstellen. De opleiding mag op zijn vroegst 28 maart starten. U kunt ook kijken of er een andere opleider is die eenzelfde opleiding aanbiedt, maar later start.
Wat gebeurt er als ik een opleiding volg, die straks wordt geschrapt?
Als u de subsidie al toegekend heeft gekregen, kunt u de opleiding gewoon volgen. Voor volgende aanvraagtijdvakken kan geen STAP-budget meer aangevraagd worden voor deze opleiding.
Ik had een scholing uitgezocht. Waarom kan ik deze niet meer terugvinden?
Als de scholing is uitgesloten kunt u een vergelijkbare scholing zoeken bij een andere opleider om STAP-budget te kunnen aanvragen.
Kunnen de aanpassingen aan de regeling niet gewoon gebeuren terwijl alles doorloopt? Dat was de afgelopen tijd toch ook zo?
Tijdens de afgelopen tijdvakken heeft de toetsingskamer inderdaad onderzoek gedaan en zijn naar aanleiding daarvan een aantal opleiders en opleidingen uit het aanbod verwijderd. Dit heeft geleid tot onzekerheid voor zowel opleiders als burgers. Dit is geen wenselijke situatie. Het doel is om deze onduidelijkheid nu zoveel als mogelijk weg te nemen.
Welke aanpassingen worden er gedaan?
Aanpak misbruik en oneigenlijk gebruik
Het kabinet wil optreden tegen misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) en andere tekortkomingen in de naleving van verplichtingen door opleiders. Er zijn duidelijke signalen van de ketenpartners en andere kanalen, die gedrag laten zien dat indruist tegen de doelen en de voorwaarden van de STAP-regeling. Concreet wordt het maximale aantal aanvragers per opleiding begrensd, en gaan keurmerken op het niveau van opleiding bezien of wordt voldaan aan kwaliteitseisen en de voorwaarden van STAP.
Scholing toesnijden op arbeidsmarktrelevantie
Het kabinet wil dat STAP beter gaat inspelen op veranderende maatschappelijke behoeften, en werkt aan een plan om scholing richting maatschappelijk relevante sectoren, voorrang te geven bij aanvragen voor STAP.
Toegankelijkheid voor (kleine) aanbieders van scholing
Het kabinet wil dat STAP toegankelijker wordt voor meer (kleine) aanbieders van scholing.
Verbeteren van de aanvraagprocedure
Het kabinet werkt aan de aanpassing van het proces van aanvragen en subsidieverlening, met als doel dat mensen altijd en op het moment dat het hen schikt een aanvraag kunnen doen.
Meer informatie over de aangescherpte regeling leest u in dit nieuwsbericht.
Waarom is de fiscale aftrek van scholingskosten afgeschaft?
Uit een evaluatie naar het gebruik van de fiscale aftrek van scholingskosten is naar voren gekomen dat de fiscale aftrek slechts door een beperkt aantal groepen werd gebruikt. Zo kwam uit de evaluatie naar voren dat met name lager opgeleiden, ouderen en personen met een laag inkomen, nauwelijks gebruik maakten van de fiscale aftrekregeling. De groepen die geen gebruikmaakten van de aftrekregeling zijn juist de groepen voor wie investeren in leren en ontwikkeling van groot belang is.
De fiscale aftrekregeling kende een aantal drempels waardoor er slechts beperkt gebruik van werd gemaakt. Zo was het systeem van de fiscale aftrek complex en was de eigen bijdrage bij de scholing vooraf onduidelijk, omdat deze afhing van de hoogte van het inkomen. Daar komt bij dat de scholingsaftrek pas achteraf bij de belastingaangifte over het jaar waarin de scholing was gevolgd kon worden toegepast. De scholingskosten moesten dus door de deelnemer worden voorgeschoten. Dit is met name voor mensen met een lager inkomen een drempel om te investeren in scholing.
Leren en ontwikkelen is voor iedereen van groot belang om duurzaam inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt, uitval door bijvoorbeeld werkloosheid te voorkomen en te investeren in de wendbaarheid van de Nederlandse economie. Daarvoor is het nodig dat de drempels die er waren voor het volgen van scholing werden weggenomen. Daarom is er, in plaats van de fiscale scholingsaftrek, gekozen voor een individueel leer- en ontwikkelbudget: het STAP-budget.
Hoeveel mensen kunnen per jaar scholing volgen met behulp van het STAP-budget?
Hoeveel mensen exact scholing kunnen volgen met behulp van een STAP-budget hangt onder meer af van de hoogte van de opleidingskosten per aangevraagde opleiding. In 2022 was er 170 miljoen Euro beschikbaar, in 2023 is dit 170 miljoen Euro. Dit bedrag wordt over de aanvraagtijdvakken verdeeld. De inschatting is dat hiermee ongeveer 200.000 personen per jaar met behulp van een STAP-budget scholing kunnen volgen.
Kan iemand STAP-budget krijgen als de werkgever of een andere partij ook meebetaalt?
Met het STAP-budget kunnen de volledige scholingskosten worden gefinancierd tot een bedrag van €1000. Een aanvulling vanuit de werkgever of een andere partij is mogelijk, maar vooralsnog alleen voor scholing die duurder is dan €1000. Een rekenvoorbeeld: voor een opleiding met totale kosten van €1600 kan voor €1000 aan STAP-budget worden aangevraagd en voor het resterende bedrag van €600 is een werkgeversbijdrage mogelijk of anders een eigen bijdrage
Kan STAP-budget aangevraagd worden als de aanvrager ook recht heeft op andere vergoedingen (zoals studiefinanciering, studievoorschotvoucher of lerarenbeurs)?
Het is niet de bedoeling dat er sprake is van dubbele financiering voor scholingskosten. Daarom hebben personen die al recht hebben op studiefinanciering of een tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, geen recht op STAP-budget.
Om dit te ondervangen is er een risicogerichte uitsluiting van toepassing voor deelnemers onder de 30 jaar: zij kunnen geen STAP-budget aanvragen voor voltijdsopleidingen waarvoor in beginsel studiefinanciering of een tegemoetkoming onderwijsbijdrage aangevraagd kan worden, zoals voltijd bacheloropleidingen of bol-opleidingen in het mbo. Op die manier wordt voorkomen dat er samenloop kan zijn van STAP-budget en studiefinanciering of tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Tegelijkertijd kunnen deze personen wel blijven werken aan hun ontwikkeling en scholing, omdat het aanbod post-initieel onderwijs (zoals cursus sen, trainingen en deeltijdopleidingen) wel met STAP-budget gevolgd kan worden.
Losse onderdelen van deze opleidingen komen wel in aanmerking voor het STAP-budget. Als de aanvrager recht heeft op een andere vorm van subsidie, bijvoorbeeld de subsidieregeling lerarenbeurs of een studievoorschotvoucher, dan bestaat er nog recht op STAP-budget voor zover de kosten van de scholing hoger zijn dan de subsidie die iemand al vanuit een andere subsidieregeling krijgt.
Hoe wordt bepaald welke scholingsactiviteiten er in het scholingsregister komen?
In eerste instantie worden de scholingsactiviteiten in het scholingsregister beperkt tot activiteiten die voldoen aan een van de vereiste certificeringen of keurmerken. Het gaat hierbij om:
- Scholing aangeboden door OCW-erkende opleiders (mbo, hbo en wo – bekostigd en contractonderwijs);
- Scholing die leidt tot een door het NCP NLQF ingeschaalde kwalificatie of diploma die is opgenomen in het NLQF-register
- Opleidingen en trainingen gegeven door opleiders met een NRTO-keurmerk;
- Een beperkt aantal branche en sector erkende opleidingen en trainingen (vanaf half maart 2022);
- Opleidingen en trainingen gegeven door opleiders met een CEDEO-keurmerk (medio 2022);
- Scholing waarvoor het CPION-keurmerk is afgegeven (medio 2022)
Opleiders moeten er zelf voor zorgen dat hun scholingsactiviteiten volledig en correct in het scholingsregister worden geregistreerd.
Is het scholingsregister openbaar toegankelijk? Kan iemand zien of een scholingsactiviteit gefinancierd kan worden met STAP-budget?
De subsidieaanvrager kan op twee manieren achterhalen of hij of zij STAP-budget kan aanvragen voor de opleiding die hij of zij wil volgen:
- Via de opleider. Opleiders kunnen op hun website informatie opnemen over of een bepaalde opleiding in het scholingsregister staat en of daar dus STAP-budget voor aangevraagd kan worden.
- Vanaf het moment dat het register beschikbaar is via stapuwv.nl. Op de informatiepagina wordt het mogelijk om inzage te krijgen in het scholingsregister. Daarnaast moet bij het aanvragen worden aangegeven welke scholingsactiviteit gevolgd gaat worden. Daar kan enkel een selectie worden gemaakt uit de in het scholingsregister geregistreerde scholingsactiviteiten.
Hoe lang duurt het voordat bekend is of een aanvraag wordt goedgekeurd?
UWV heeft hier maximaal 4 weken de tijd voor, maar streeft ernaar dit binnen enkele werkdagen af te ronden. Voor het overgrote deel van de aanvragen geldt dat als aan de voorwaarden is voldaan, er vrijwel direct subsidie kan worden toegekend.
Nog steeds geldt dan dat de daadwerkelijke scholingsactiviteit pas kan starten 4 weken na aanvraag. Wanneer er wordt geconstateerd dat mogelijk niet voldaan is aan de voorwaarden van STAP-budget, is het nodig een nadere beoordeling te doen.
Kan het STAP-budget op elk moment worden aangevraagd?
Het is belangrijk dat het STAP-budget op het juiste moment wordt aangevraagd. Daarvoor zijn twee voorwaarden van belang:
- Het STAP-budget moet altijd minstens 4 weken voorafgaand aan de start van de scholing worden aangevraagd. Hiervoor is gekozen om alle formaliteiten van de subsidieaanvraag afgerond te kunnen hebben en alle betrokkenen voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden op de start van de scholing. Wel wordt er gekeken of het mogelijk is deze periode in de toekomst in te korten.
- De scholing moet starten binnen 3 maanden na afloop van het aanvraagtijdvak waarbinnen het STAP-budget is aangevraagd. Dat betekent bijvoorbeeld dat STAP-budget dat wordt aangevraagd op 2 mei, betrekking moet hebben op een opleiding die start tussen 30 mei (4 weken naar het aanvraagmoment) en 1 oktober (3 maanden na sluiting van het aanvraagtijdvak, in dit geval 30 juni). Mocht het beschikbare budget van het tijdvak onvoldoende zijn om een STAP-budget toe te kennen, dan kan de deelnemer in het volgende aanvraagtijdvak opnieuw STAP-budget aanvragen. Echter geldt ook dan nog dat de scholing nog niet van start mag zijn gegaan.
Ik ben al begonnen aan mijn opleiding. Kan ik STAP-budget aanvragen?
Nee, dat kan niet. U kunt één keer per opleiding het STAP-budget aanvragen. We kijken wel naar mogelijkheden om dit aan te passen, zodat het STAP-budget ingezet kan worden voor meerdere cursusjaren van één opleiding. Als dit mogelijk is, informeren wij u op deze website.
Aan wie wordt het STAP-budget betaald?
Het STAP-budget wordt uitbetaald aan de opleider. Nadat de aanvraag is toegekend, wordt er een inkooporder naar de opleider gestuurd waar de deelnemer staat ingeschreven. De opleider heeft dan alle informatie om de kosten voor de opleiding te factureren. De opleider kan vanaf 3 weken voor start van de opleiding de e-factuur bij UWV indienen, waarna het STAP-budget wordt uitbetaald.
Wanneer wordt het STAP-budget betaald?
Het STAP-budget wordt betaald zodra de opleider een e-factuur aan UWV stuurt. Dit kan vanaf 3 weken voorafgaand aan de start van de scholingsactiviteit. Het STAP-budget wordt dan als voorschot betaald: na afloop van de scholingsactiviteit wordt nog gecontroleerd of de scholing is afgerond en of aan alle verplichtingen is voldaan.
Wat gebeurt er als de scholing meer kost dan €1000?
Wanneer de scholingsactiviteit die een deelnemer wil volgen meer kost dan €1000, dan zal de deelnemer de meerkosten zelf moeten betalen of een andere bron van financiering zoeken, zoals de werkgever. De opleider zal dan een factuur aan UWV sturen voor het deel dat door middel van het STAP-budget betaald wordt en zal separaat een factuur aan de deelnemer moeten sturen voor het voldoen van het resterende bedrag.
Wat gebeurt er als de deelnemer de scholing niet kan volgen of niet kan afronden?
Als de deelnemer de scholing niet kan starten of kan afronden, dan bestaat er geen recht op subsidie. De deelnemer moet dit zo snel mogelijk aan UWV doorgeven, zodat UWV kan voorkomen dat het STAP-budget betaald wordt of het STAP-budget kan terugvorderen bij de opleider. Als de deelnemer niet meedeelt dat hij of zij de opleiding niet kan afronden en het niet volgen of afronden is te wijten aan de deelnemer, dan kan de deelnemer voor een periode van maximaal 2 jaar worden uitgesloten van het aanvragen van STAP-budget.
Wat is een bewijs van deelname?
Een bewijs van deelname is een bewijs aan de hand waarvan gecontroleerd kan worden of de deelnemer de scholingsactiviteit waarvoor hij of zij STAP-budget heeft gekregen ook heeft deelgenomen aan de scholingsactiviteit. Een van de voorwaarden voor het gebruikmaken van een STAP-budget is dat de scholing moet worden afgerond met een diploma of certificaat of, bij ontbreken daarvan, dat de deelnemer ten minste 80% van de tijd aanwezig is geweest. Met het bewijs van deelname kan worden aangetoond dat aan deze verplichting is voldaan. De opleider verstrekt dit bewijs van deelname binnen 3 maanden na afloop van de opleiding rechtstreeks aan UWV.
Wat gebeurt er nadat de scholing is afgerond?
Nadat de scholing is afgerond, zal de subsidie door UWV moeten worden vastgesteld. Dat betekent dat UWV controleert of aan alle verplichtingen is voldaan voordat het de subsidie definitief toekent. De opleider zal hiervoor binnen 3 maanden na afloop van het scholingstraject een bewijs van deelname naar UWV sturen. Vervolgens wordt de subsidie definitief toegekend of, als niet aan de verplichtingen is voldaan, afgewezen. De deelnemer ontvangt hierover een beschikking van UWV.